Met plezier.
Je moet voor je proefexamen drie papers doen: wit, rood en het zogenaamde paper 3. Vroeger zat in Paper 3 vooral zoet, bubbels en versterkt, maar de laatste keer dat ik examen deed, kregen we een stel rosé's en er heeft ook wel eens een mini-verticaaltje Lafite in gestaan.
Per paper twaalf wijnen, die doorgaans in drie of vier groepjes gepresenteerd worden. Je mag ervan uitgaan dat wijnen representatief zijn voor hun type en afkomst. Ze zijn door een proefpanel van MW's op typiciteit blind geproefd en geschikt bevonden om mee te examineren. Per paper zit je wel een pagina of 15-16 vol te pennen en dat moet je allemaal in twee uur en een kwartier voor elkaar krijgen. Snel en accuraat proeven is dus wezenlijk, maar je moet ook de tijd inruimen om wijnen die veel ontwikkeling in het glas hebben de tijd te geven om zich ten volle te tonen. Tijdsmanagement is dus cruciaal, en je moet snel doorhebben welke wijnen je snel kunt doen en met welke je moet wachten tot ze er helemaal zijn. Tijd om een beoordeling wezenlijk te wijzigen heb je in de regel niet: daarvoor is het allemaal te krap.
Stel je de vragen als volgt voor:
Wines 1-4 are all from the same, single grape variety and come from three different countries.
1. Identify the grape variety, using evidence from all four wines.
De bedoeling is dat je hier een sluitende redenering opzet waarin je de druivensoort determineert. Dat doe je op basis van weergeven van specifiek aromatisch karakter (of ontbreken daarvan), idem fruitkarakter, zuurgraad, al dan niet voorkomen van restzoet, al dan niet malolactisch gisting, alcoholpercentage, al dan niet houtgebruik, tanninestructuur (voor rood) en algemene kwaliteit en de range daarvan. Ook mag je klimaatgerelateerde eigenschappen gebruiken als leidraad om bepaalde druiven uit te sluiten.
Voor al dit soort vermeldingen krijg je punten, wat als voordeel heeft dat als je ergens de verkeerde kant opgaat, je toch punten krijgt voor tot waar je goed zat. Maar als je bijvoorbeeld Riesling of Pinot Noir als druivensoort mist, ben je in hogere zin al het haasje, natuurlijk.
Indien de druivensoort Chardonnay is, ziet zo'n antwoord er ongeveer als volgt uit. Dit soort afleidingen voor klassieke druivensoorten kun je trouwens thuis voorbereiden, en ter plaatse met de concrete wijnvoorbeelden adstrueren.
“All wines show a lack of specific aromatic character, excluding all aromatic white grape varieties. Acidities are medium-high (1 and 2) to high in 3 and very high in 4, with all wines showing evidence of malolactic fermentation (general lack of apply-acidity notes, softer and creamy / lactic textures especially in 2 and to a lesser degree in 3). Wines 1, 2 and 3 shows use of wood (modest use of new oak in 2 and 3, with French oak in 3, displyed by fine wood aromas and good quality wood tannins), pointing at grape varieties able to handle elevage in (new) oak. The wines show a quality range from mass market (1) to very high quality levels (3 and especially 4), with strong mineral notes in 3 and especially 4 pointing at grape variety able to relay quality of soil. Wines 1 and 2 display stewed /ripe fruit indicating warmer and in 1 New World origin. The combination of neutral aromatic character, affinity to wood, 13 to 14+% (1) alcohol, capacity to ‘relay terroir’, malolactic fermentation, variety in climatic origin and very wide range into the very highest quality regions are all consistent with Chardonnay and exclude all other varieties.”
2. For all four wines, identify the countries and regions of origin as closely as possible, using evidence from the respective wines
Hier wordt je geacht om met behulp van klimaateigenschappen, specifieke typiciteitseigenschappen gekoppeld aan kwaliteitsinschattingen tot de goede deductie te komen. Klassieke wijngebieden tellen hier veel zwaarder dan minder bekende. Stel dat je vier chardonnays zijn:
1. 2007 Mass market Chardonnay zuid-oost Australië (Lindemans)
2. 2005 Mid market Penedes Spanje (Torres)
3. 2004 Puligny-Montrachet van Carillon
4. 2002 top Chablis Grand Cru (zonder nieuw hout) van Raveneau
dan moet je in 1 iets zeggen over eenvoudig Nieuwe Wereld fruitkarakter, in 2 iets over warmer klimaat Oude Wereld (en niet klassieke herkomst, bijvoorbeeld ontbreken van mineraliteit en aanezigheid van een sterke wijnmakersinvloed), in 3 iets over hoge intensiteit, sterke mineraliteit in combinatie met beperkt nieuw-houtgebruik en in 4 iets over zeer strak mineraal karakter, zeer hoge zuurgraad, zeer koel klimaat in combinatie met gebruik van niet-nieuw hout en langdurige elevage sur lie. Als je van Australië Chili maakt, wordt je dat minder kwalijk genomen dan wanneer je Chablis of Puligny fout hebt, uiteraard. Die laatste wijnen worden als ‘bankers’ beschouwd: als je die fout doet heb je in hogere zin niets te zoeken op zo'n examen.
3. For all four wines, evaluate quality, stage of development and potential for further ageing.
Hier wordt je geacht om aan de hand van algemene cirteria van kwaliteit, aromatische ontwikkeling en staat van integratie van de wijn iets te zeggen over hoe goed een wijn is, hoe oud ongeveer (in het perspectief van z'n kwaliteit) en met hoeveel leven nog voor de boeg. Bij klassieke wijngebieden wordt je geacht om kwaliteit te beoordelen naar daar gangbare classificaties. Vaak krijg je hier een samenstelling van allerlei verschillende leeftijden en wijnjaren.
Zo'n antwoord wordt dan iets als:
"Wine 1 displays fairly monodimensional qualities on nose, palet and in aftertaste, pointing at entry level / mass market quality. Some aromatic evidence of use of oak, but poor integration of wood tannins pointing at use of chips rather than quality oak barrels, which is further evidence for modest level of quality. General qualities point at a wine best drunk at young age (on its ripe apply fruit), as every structural quality indicating any kind of capacity for further ageing is lacking in this wine.
Wine 2 displays a fuller, creamy texture, substantially more intensity than 1, but without any of the ‘grand vin’ intensity and mineral expression found in 3 and especially 4, pointing at mid level / lower premium quality. This wine displays younger fruit and not yet fully integrated wood, with quality of wood aromas and wood tannins indicating use of good quality barrels with small amount (20%) of new oak, and indicating an age of 2-3 years. Fair structure and length on palate suggest some capacity for further ageing, say 2 years.
Wine 3 is of high intensity and has distinct mineral expression, yet without the profound minerality found in grand cru wines of this region. This points at top level villages or premier cru level, but level of intensity and length of aftertaste exclude the highest premier cru levels. Good definition, precise flavours and modest use of wood indicate good classic producer. Sharp and etched minerality caused by very high acidity, medium to lighter body and young fruit indicate recent high-acidity vintage of average but not top quality yet with good mineral expression, strongly indicating 2004. Level of intensity and general level of integration indicate a wine that is still young and will take another 2-3 years to reach its peak. Excellent structure and palate length indicate capacity for further ageing of another 5-7 years.
Wine 4 displays the profoundly mineral and intensely mineral-cool character of a grand cru Chablis in ‘classic’ style, i.e. without use of new French oak. Intensely restrained character and very high intensity combined with medium body virtually exclude all quality levels but the very highest. Extreme precision of aromatics, very fine integration of ´used' oak, profound sur lie character and superb complexity suggest a classic top grower of icon level quality like Raveneau. This wine is still showing very young, but integration of wood and development of aromatic complexity suggest 5/7 years of development. Good acidity yet rounder and slightly smooth style indicate good and riper vintage like 2002. Given this wines quality, intensity and relatively slow development, a further 3/4 years would be needed to see this wine reach its peak, with 10/15 years of further development ahead.
Belangrijk is dat je bij echt grote wijnen ook met autoriteit schrijft. Don´t sit on the fence, heet dat daar en het levert je veel punten op wanneer je dat op de gepaste momenten (bijvoorbeeld zo´n top Chablis van Raveneau) naar voren brengt
En dan heb je blok 1 gedaan en kun je op naar het volgende