Beste leden van de blauwe knoop,
Gisteren bezocht ik samen met een collega prikker -zuiver in het kader van De Opleiding- de Prowein 2009 in Dusseldorf. En wat dan te proeven? Hallen vol met wijn vanuit de hele wereld probeert men hier aan de man te brengen, waarbij machtige grootformaat flessen en pitpoezen de nieuwsgierige bezoekers naar de juiste snoepwinkels probeert te lokken.
Allereerst Duitse riesling 2008 in kaart gebracht. En dat gaat heel rap, want alle kleine en grote jongens staan hier gebroederlijk naast elkaar. Hoewel de producenten bijna unaniem roepen dat 2008 geen lastige jaargang is, en kwalitatief goed is, krijg ik een andere indruk. 2008 is een jaar geweest die veel mi onrijpe wijnen heeft opgeleverd met mn veel bitters, doordat men te vroeg geoogst heeft. Maar uitzonderingen bevestigen de regel! In het bijzonder wil ik dan de gehele (!) line-up van Schäfer-Fröhlich noemen. Tim heeft echt een TOP prestatie neergezet: de wijnen zijn loepzuiver, rijp, hebben een crèmigheid en een hogere dosis zuren ivm 2007. Zijn gewone riesling QbA is al heel mooi, met als toppers de wijnen van de Bockenauer Felseneck. Ook wil ik twee producenten noemen waarvan mij de wijnen gezien hun reputatie toch wat tegenvallen: Emrich-Schönleber en Robert Weill.
Daarnaast ook nog diverse rieslings uit 2007 herproefd, waarbij de collectie van Clemens Busch niet van deze wereld is. met name de riesling Marienburg 1.Lage auslese 2007: enorm concentraat en toch heel fris met granaatappel, rozijnen, fraai gedoseerde zuren en een onnavolgbaar lange afdronk (18/20). Ik had het domein eerder bezocht en ze kenden mij nog. Van onder de toonbank kreeg ik nog blind hetvolgende in het glas: opvallende wijnkristallen, zeer visceuze wijn, opulent, acaciahoning, appel en krenten. Een vloeibare bonbon (19/20)! Mijn blind guess: beerenauslese 2006, en dat bleek correct, en wel van Marienburg. Voorts opnieuw de 2007 wijnen van Molitor geproefd, waarbij de reputatie in het edelzoete bereik opnieuw bevestigd wordt. Bij Molitor zijn ze overigens nooit kinderachtig om ook hun absolute TOP wijnen te laten proeven. Ik wil er twee wijnen uitlichten. De Zeltinger Sonnenuhr Beerenauslese 2003 imponeerde door zijn zuiverheid, lente-achtige indrukken van aardbei en frambozen in aceto balsamico, rozijnen en witte chocolade. Een geschmeidige, nu al heel drinkbare BA met enorme bewaarpotentie (18+/20). Dan een TBA van de Graacher Himmelreich uit 2006, een perfect jaar voor Botrytis! Een concentraatbom die niet kernig of drogend is, maar wederom heel drinkbaar, crèmig, kandij, krenten en honing (19/20).
Molitor is zoals velen van jullie weten bevriend met Roman Niewodniczanski van Van Volxem. En zij deelden ook een stand. Roman heeft in 2008 opnieuw een indrukwekkende line-up, in zijn heel herkenbare eigen stijl: riesling die net wat dikker is (zonder alleszins log te worden, integendeel, de wijnen blijven vaak elegant), fraai rijp, enorme mineraliteit en dit alles ook nog al (of juist?) jong toegankelijk. Van Volxem is wat mij betreft een van de toppers als het gaat om TOP droge riesling. Chapeau!
Dan uitgebreid proeven bij de Oostenrijkse collega's. Ik moet zeggen dat ik dan toch echt ga voor de gruner veltliners. Niet dat de Oostenrijkse rieslings me in het geheel niet kunnen bekoren, maar ik vind de Duitse rieslings gewoon fraaier! Daarom een Queeste naar de mooiste GV! Alle toppers waren zo'n beetje aanwezig, hoewel ik Prager en Pichler niet heb gezien. Mooiste GV wat mij betreft kwam niet uit de stal van Knoll, maar van Franz Hirtzberger. En in het bijzonder de GV Honivogl smaragd. Mijn hemel, wat een wijn is dit…Ik proefde de 2008, maar de 2007 schijnt nog fraaier te zijn…
Vervolgens de afdeling Napa/USA overgeslagen, gezien de recente ervaringen bij de Californian Winetasting eerder deze maand op Schiphol. Wat gestruind door Frankrijk en Italië waarbij ik onder de indruk was van Ornellaia 2006. Maar wat me nog meer trof was de verschijning van Laurence Feraud, wat een vakvrouw is dat. En wat een wijnen maakt zij bij Pégau. Kwa kennis is zij een wandelende encyclopedie, echter gecombineerd met een enorme betrokkenheid en passie. Ik proefde de basiswijnen, de “gewone”, CdR, een klein verticaaltje Pegau waarbij we ook getrakteerd werden op de Cuvee Laurence 2005 en Da Capo 2007 (zonder bonenschotel deze keer). Pégau is voor mij een toch wel heel bijzonder huis, en vooral ook erg consistent voor wat betreft haar kwaliteit. Ik kan me ook geen Pégau herinneren die tegenviel.
Tot zover uw correspondent vanuit Dusseldorf.